18 oktober 2024
Leestijd: ca. 8 minuten
Auteur: Thijn Beijer
Na decennia van bezuinigen, waarin Nederland haar zwaarste geschut afstootte om het vredesdividend te innen, ging na de Russische inval in Oekraïne de knop definitief om. Althans, de politieke consensus ging om. De relatief nieuwe minister staat nog altijd voor de uitdaging om een krijgsmacht om te bouwen die in staat is om het eigen grondgebied en dat van NAVO-bondgenoten te verdedigen. In de nieuwste Defensienota ‘Sterk, slim, samen’, wordt erkend dat er nog veel werk te verrichten is. Nog steeds kan niet alles en op hetzelfde moment. Tegelijkertijd wordt er niet lichtzinnig gedaan over de mogelijke dreigingen voor Nederland: er moet worden voorbereid op scenario’s die een paar jaar geleden nog ondenkbaar waren. ‘’We zitten in een grijze fase tussen oorlog en vrede”, aldus de Minister van Defensie.
Defensie krijgt er elk jaar structureel 3,1 miljard extra bij: 2,4 miljard zoals staat vermeld in de Defensienota en 700 miljoen extra in de Rijksbegroting. Maar wat betekent dit in de praktijk voor Defensie? Op papier halen we de 2-procentnorm van de NAVO, maar betekent dat niet dat veel materieel jarenlang op de plank blijft liggen vanwege een beperkte productiecapaciteit?
“De grootste uitdaging waar we nu voor staan, is om dit extra budget op een effectieve manier te besteden. We lopen tegen de beperkingen aan van wat de industrie op dit moment kan leveren. Daarom staat in de nota dat we 150 miljoen per jaar investeren om de defensie-industrie te stimuleren. De kracht van onze krijgsmacht wordt niet alleen bepaald door wat we in huis hebben, maar ook wat de industrie kan leveren.”
Wanneer gaan deze investeringen dan resultaten opleveren?
“Dat verschilt per systeem en per onderwerp: de tanks komen in 2027, de extra F-35-toestellen in 2029, de ASV-fregatten begin jaren ’30. Dat klinkt ver weg, maar voor zulke grote wapensystemen is dat al best snel. Dat komt omdat we de tanks kopen bij Rheinmetall, wat een partner is van Duitsland en Nederland. Daardoor kunnen we deze relatief snel krijgen. Leversnelheid is ook een van de belangrijkste criteria waarop we selecteren, samen met prijs, kwaliteit en materieel van Europese partners. Daarnaast kijken we continue hoe we procedures en regelgeving kunnen versoepelen, want die zijn nog steeds gericht op vredestijd.”
Hoe snel kunnen deze regels aangepast worden? Eerder heeft het Kamerlid Erkens (VVD) aangegeven dat voor het optuigen van een (Europese) defensie-industrie, investeringen van private partijen nodig zijn. Echter, banken en pensioenfondsen willen daar niet aan, omdat daar negatieve financiële incentives op zitten. Waarom kunnen die regels niet vandaag nog veranderd worden?
“We zijn op dit moment met twee wetten bezig. Één is de ‘wet op de gereedstelling’, waarbij we een hoop regels, zoals omgeving, oefenruimte en privacyregels, kunnen versoepelen. De regelgeving van de financiële sector en pensioenfondsen zit nog heel erg in het verleden. Er staat nog altijd een rood kruis bij de wapenindustrie, terwijl er steeds meer maatschappelijke consensus is dat er meer in Defensie moet worden geïnvesteerd. De score van ‘rating agencies’ heeft hier een grote invloed op. Als banken investeren in wapens, krijgen ze een negatieve rating, waardoor ze meer rente moeten betalen als ze een obligatie willen uitgeven. Daardoor moet je internationale afspraken maken. Dat breng ik bij mijn Europese collega’s onder de aandacht, maar is niet iets wat ik als minister van de een op de andere dag kan veranderen.”
“Wij staan dan ook voor vrije zeevaart en het internationaal recht. China denkt daar in veel opzichten anders over. Daarom willen we eens in de twee jaar een maritieme oefening doen in de Indo-Pacific, omdat daden krachtiger zijn dan alleen woorden.”
Een van de meest opvallende punten uit de Defensienota is de beslissing om weer een tankbataljon in het leven te roepen. Waarom is de keuze voor tanks gemaakt? Laat de oorlog in Oekraïne niet zien dat deze kwetsbaar zijn voor drone-aanvallen? Daar komt bij dat het Oekraïense voorjaarsoffensief met Duitse en Amerikaanse tanks in 2023 niet de doorbraak forceerde waar velen op hoopten.
“Wat je nu op het slagveld in Oekraïne ziet, is dat je alles nodig hebt. De tank blijft op de grond het meest krachtige wapen, maar door innovaties, zoals drones, is het nodig om deze uit te rusten met onbemande systemen. Daarom maken we budget vrij voor technologische vernieuwing. Oekraïne beschikte vorig jaar niet over over de middelen, manschappen en innovaties om doorbraken te forceren tegen een ingegraven vijand. Tenslotte zijn tanks iets dat de NAVO specifiek van ons vraagt. Binnen het bondgenootschap moeten we onze verdediging de komende jaren opschalen. Op het gebied van de landmacht scoort Nederland relatief minder, omdat we geen zware gemechaniseerde brigade, ofwel een tankbataljon, kunnen leveren.”
Naast de oorlog in Oekraïne en de dreiging vanuit Rusland is er in de nota ook aandacht voor de situatie in de Indo-Pacific. Vanwaar deze actieve rol voor Nederland in deze regio? U heeft zelfs beloofd om de Nederlandse militaire aanwezigheid te behouden in de Indo- Pacific. Wat is daar exact het Nederlands belang?
“Onze verhouding met onze Aziatische partners is dat het onze primaire taak is om te zorgen voor de Europese veiligheid en zij primair voor die in de Indo-Pacific. Maar we staan allemaal sterker als we elkaar steunen tegenover landen die de internationale rechtsorde ontwrichten. Zo steunen Japan en Zuid Korea ons bijvoorbeeld weer met sancties tegen Rusland. Onze economische belangen en handelsroutes in die regio zijn ontzettend belangrijk. Wij staan voor vrije zeevaart en het internationaal recht. China denkt daar in veel opzichten anders over. Daarom willen we eens in de twee jaar een maritieme oefening doen in de Indo-Pacific, omdat daden krachtiger zijn dan alleen woorden.”
Over ‘samen sterker staan’ gesproken, in de Defensienota staat: “De VS kan Europese landen vragen om militair bij te dragen aan de verdediging van Taiwan, om samen sterker te staan.” Mocht dit gebeuren wat zou dan uw antwoord zijn?
“Of dat in de toekomst tot een militaire inzet leidt, hangt van het scenario af dat zich voordoet. Je moet nooit iets uitsluiten, maar uiteindelijk zijn we allemaal gebaat bij de handhaving van de status quo. Dat wil Taiwan ook. Dit bereiken we het best door de-escalatie van spanningen in de regio. Dat doen we wel vanuit een positie van kracht, vandaar onze maritieme aanwezigheid in de Zuid-Chinese Zee, om te laten zien dat het vrij zeewater is. Maar als ik als Minister van Defensie heel concreet ga speculeren wat we wanneer precies gaan doen, kan dat bijdragen aan spanningen waar Taiwan niet op zit te wachten.”
Dan wil ik weer even terug naar Oekraïne. In uw beleid staat dat de steun aan Oekraïne onverminderd zal doorgaan. Maar kan dat wel? Als Nederland niet kan voldoen aan haar grondwettelijke taken, kan Nederland zich dan nog wel die voortrekkersrol veroorloven? Is dat geen wensdenken in plaats van haalbaarheid?
“Steun aan Oekraïne is onze beste investering in veiligheid, omdat we daarmee de Russische agressie op afstand houden. Rusland speelt veel militaire capaciteit vrij mocht het de overhand krijgen in Oekraïne. Bovendien is dat voor hen een morele opsteker. De kans dat zij hun agressie verleggen naar het NAVO-grondgebied is dan enorm groot. De landen die het dichtst bij Rusland liggen, zoals de Baltische Staten en Polen, zullen dan om meer steun vragen waardoor wij nog meer in veiligheid moeten investeren.”
Maar hoe kan Nederland dat volhouden als de internationale steun voor Oekraïne afneemt? Zo gaat Duitsland stoppen met het financieren van militaire steun aan Oekraïne, uit het eigen budget. Daarbij is het de vraag wie er in het Witte Huis komt en of de volgende Amerikaanse regering de steun doorzet.
“Je moet als Nederland altijd realistisch zijn in wat je kan. Maar je moet niet onderschatten wat wij als Nederland internationaal voor elkaar hebben gekregen. Sinds het begin van de oorlog, hebben wij andere, grote landen overtuigd om het verschil te maken. Kijk naar de levering van F-16’s, daar waren wij als eerst mee, terwijl dat voor andere landen nog taboe was. Het is al twee en een halfjaar grootschalige oorlog in Oekraïne, met alle verkiezingen die daar doorheen komen, zie je dat de steun in sommige landen onder druk komt te staan. Nogmaals al die landen zullen de rekening dubbel en dwars terugkrijgen als Rusland en niet Oekraïne als winnaar uit dit conflict komt.”
Hoe definieert u ‘winnen’ precies?
“Dat is ofwel dat Oekraïne Rusland verdrijft van haar grondgebied of een uitkomst aan de onderhandelingstafel waar Oekraïne mee tevreden is.”
Dus dat is het standpunt van het Kabinet?
“Ja. Zelfs als er iets van een overeenkomst zou komen, waar het niet naar uitziet binnen afzienbare tijd, dan is de Russische agressie niet weg. Ook in 2014 hebben we met de Minsk- akkoorden gezien dat er een soort van overeenkomst was, maar toch valt Rusland acht jaar later Oekraïne opnieuw aan. We kunnen Poetin niet op zijn blauwe ogen geloven als hij ergens zijn handtekening onder zet.”
“Als je een uitgestoken hand biedt, maar militair zwak bent, hakt Poetin die eraf.”
Recent heeft u gezegd dat F-16’s die zijn geleverd door Nederland doelen mogen raken op Russisch grondgebied. Tijdens ons eerdere interview in uw rol als Kamerlid in het voorjaar van 2023 gaf u aan dat F-16’s, net als andere geleverde wapens, niet offensief ingezet mogen worden op Russisch grondgebied. Waarom bent u op dit gebied van gedachte veranderd?
“Ik ben niet van gedachte veranderd, de situatie is veranderd. Toen wij dat gesprek hadden, speelde de strijd zich vooral af in de Donbas en in het Zuiden van Oekraïne, richting de Krim. Later is Rusland weer actief geworden in het Noord-Oosten van Oekraïne, waar het Charkov, een stad van anderhalf miljoen inwoners, bombardeert vanuit het thuisland. De enige manier waarop Oekraïne zich daar tegen kan verdedigen, is door raketten te onderscheppen boven Russisch grondgebied. Dat zou ik niet kwalificeren als ‘offensief’. Dat is ook in overeenstemming met het internationaal recht van de VN.”
Maar hoe weegt u dan het escalatierisico in deze af? Wordt de drempel voor Poetin om een oorlog te beginnen met de NAVO zo niet steeds lager?
“Zorgen om mogelijke escalatie heb ik ook. Maar stabiliteit wordt bevorderd als je opereert uit een positie van kracht. Opereer je vanuit een positie van zwakte en angst, nodig je meer agressie uit. Dan laat je Rusland dicteren wat de spelregels zijn. Dat werkt juist verdere escalatie in de hand. Als Rusland zou zien dat het Westen terugdeinst als het spannend wordt, moedigt dat Rusland aan om op NAVO-grondgebied met wat speldenprikken iets uit te proberen en daar mogelijk steeds verder in gaan. Sterker nog, Rusland neemt dat risico nu al door drones in te zetten op NAVO-grondgebied. Macron en diverse andere leiders hebben tevergeefs aan lange tafels met Poetin gezeten om maar te deëscaleren en toch kiest Poetin ervoor om met ruim 120.000 militairen Oekraïne binnen te vallen. Als je een uitgestoken hand biedt, maar militair zwak bent, hakt Poetin die eraf. We mogen Poetin niet de mogelijkheid geven om vanuit een krachtige positie te onderhandelen. Tegelijkertijd gaan we geen escalatie in de hand werken. Dat is ook de reden dat we geen troepen sturen naar Oekraïne of actief meehelpen met de luchtverdediging, zoals het land eerder heeft gevraagd. Directe confrontatie tussen Rusland en de NAVO willen te allen tijden voorkomen.”
Waar moet Defensie staan aan het einde van uw ambtstermijn?
“Mijn grootste uitdaging is om op korte termijn het geld zo effectief mogelijk te besteden. De krijgsmacht moet weer worden omgevormd tot een die een potentiële confrontatie op Europese bodem langer volhoudt, met alles dat daarbij komt kijken, van logistiek tot munitieproductie. Dit is overigens dezelfde uitdaging voor veel van onze Europese partners. Op een heleboel onderdelen scoorde Nederland eerst nog een onvoldoende volgens NAVO-normen. Nu scoren wel een voldoende op meer gebieden, maar dat is nog steeds geen ‘goed’ of ‘zeer goed’. Ik wil vooral duidelijk maken aan zowel militairen als burgers dat de tijd van bezuinigingen voorbij is. Met de rentree van de tanks komt het idee terug van een een volwaardige krijgsmacht. Dat laat zien dat we in plaats van steeds maar afschalen, zoals in de afgelopen decennia, we nu in een fase zitten van versterken en groeien.”