12 november 2023
Leestijd: ca. 6 minuten
Gastauteurs: Stijn Clarijs & Romein de Klerk
Het is een koude zaterdagmiddag als wij met onze jassen hoog dichtgeritst staan te wachten onder het standbeeld van stadhouder Willem III, een van de prominentste heren van Breda. Wij gaan in gesprek met een eigentijdse variant van zo’n prominente heer, genaamd Daan de Kort. Hij is de man die zich presenteert als jongerenkandidaat, en die zich, ondanks zijn visuele beperking, wist op te werken naar het landelijke politieke toneel. Hoe deed hij dat en hoe onderscheidt een jongerenkandidaat zich? Maak kennis met Daan de Kort.
Daan, je noemt jezelf de jongerenkandidaat. Is die titel bedacht door de VVD of kwam dat vanuit jezelf?
Ik heb nagedacht voor mijzelf. “Waar kan ik mij onderscheiden van andere kandidaten?” Dan kom ik uit op mijn beperking, mijn Brabantse roots en mijn leeftijd. Ik ben een millennial en ik merk in de fractie dat ik anders tegen zaken aankijk dan mijn collega’s. Als jongste van de fractie vind ik dat de stem van jongeren vertegenwoordigd moet zijn. De keuzes die we in Den Haag maken hebben misschien nog wel de meeste impact op onze generatie.
Hoe vertolk je de stem van de jongere generatie in de fractie?
Door het te hebben over bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie, social media of drugsbeleid. Dat staat gewoon veel dichter bij mij en mijn omgeving dan bij een collega van boven de zestig. Ik denk dat het heel goed is om die balans in de fractie te hebben. Mijn stem zorgt ervoor dat er ook vanuit een ander perspectief gekeken wordt naar vraagstukken. Ik zie het daarnaast als mijn taak om onderwerpen die jongeren aangaan te agenderen.
Pas je jouw boodschap aan omdat je jongerenkandidaat bent?
Wie je bent en waar je vandaan komt, dat bepaalt ook wat je vindt en wat je naar buiten brengt. Ik pas mijn boodschap aan aan de doelgroep. Bij de JOVD zal ik het sneller hebben over thema’s als studentenhuisvesting of klimaat. Ik houd daar zelf rekening mee, maar de partij ook. Ik doe bijvoorbeeld veel debatten voor studenten. Dat houdt in dat ik, ondanks het feit dat het niet mijn portefeuille is, vaker betrokken ben bij activiteiten gericht op jongeren. Daarnaast probeer ik via social media in contact te staan met de groep die ik vertegenwoordig. Ik denk dat ik door mijn eigen levensfase ook beter kan begrijpen wat er bij jongeren speelt, denk bijvoorbeeld aan burn-out klachten. Dat begrijp ik beter dan oudere collega’s.
“Ik denk dat ik door mijn eigen levensfase ook beter kan begrijpen wat er bij jongeren speelt, denk bijvoorbeeld aan burn-out klachten.”
Jongerenkandidaat Daan de Kort was ook ooit student. Wat is nu zijn Sex, Drugs & Rock ‘n’ Roll-gehalte?
Lachend: Ik was en ben nog steeds een grote borrelaar. In mijn studententijd richtte ik studievereniging S.V. Collegium op in Den Bosch. Ik vond dat er te weinig werd geborreld onder mijn medestudenten en dat er buiten de hogeschool weinig interactie was. Mijn doel was het nuttige met het aangename combineren. Ik was daarnaast dj (DJ Braille – red.) in de weekenden. In die tijd werden er nog weleens vrouwen versierd na het draaien. Ik heb genoeg geflirt: soms met succes, vaak ook niet. Maar vergeet niet: wie veel blauwtjes loopt, versiert ook veel vrouwen. Drugs heb ik overigens nooit gedaan.
“Maar vergeet niet: wie veel blauwtjes loopt, versiert ook veel vrouwen.”
Hoe komt dat jeugdige en rebelse nu nog terug in je Kamerwerk?
Ik heb natuurlijk wel een mening waar ik voor uitkom, ook als die niet in lijn is met de rest van de fractie. Dan neem je binnen zo’n fractie toch het woord. Een ander voorbeeld is dat ik soms toch nog even naar de interruptiemicrofoon ga, terwijl ik eigenlijk word afgekapt door de voorzitter. Het is wel een kwestie van choose your battles; je kunt niet altijd op ieder dossier alles binnenhalen. Ik kies mijn speerpunten, maar als ik ergens voor ga, ga ik er vol voor en wijk ik niet meer.
Even terug naar jouw eigen jeugd. Jij zette jouw eerste politieke stappen niet bij de JOVD, maar bij de Veldhovense VVD, waar je zelfs een jongerentak oprichtte. Hoe zit dat?
Toen was ik pas achttien jaar oud en ik deed dat samen met Vivianne van Wieren, zij was toen tweeëntwintig. We wilden meer jongeren bij politiek betrekken, ook om zo de lokale VVD-fractie te voorzien van nieuwe aanwas. Om dat te bereiken zijn we activiteiten gaan organiseren in het lokale café. Dat waren borrels gecombineerd met inhoud, waarbij we veel ophaalden over thema’s die voor jongeren relevant waren. Het was een succes, want we hebben toen veel nieuwe actieve leden aan ons weten te binden. Die leden konden we opleiden voor de VVD in Veldhoven en sommigen zijn zelfs raadslid geworden.
Was JOVD Eindhoven zo afwezig dat jullie hier de ruimte voor hadden?
Zeker niet! JOVD Eindhoven vond daar heel veel van en ik werd daar al snel over gebeld. We hebben ze toen met het hele bestuur uitgenodigd voor een goed gesprek. Ze begrepen dat we niet in hun vijver visten en hierna zijn we samen opgetrokken. Ik was ten tijde van dit gesprek overigens al lid van de JOVD en kwam ook langs op activiteiten. Voor een formele rol als bestuurslid was ik destijds al te druk met mijn werkzaamheden in de gemeenteraad en voor mijn studievereniging in Den Bosch. Ik ging wel naar congressen en heb een keer het augustus offensief (actieve ledenwerving voor de JOVD onder nieuwe studenten – red.) gecoördineerd in Zuid-Nederland.
Hoe zag jouw VVD-pad eruit na 2010, toen jij lid werd en de jongerentak oprichtte?
Ik begon als achttienjarige en ik studeerde Bestuurskunde in Den Bosch. Ik kon de theorie van mijn studie drie jaar lang een beetje in de praktijk brengen als fractiemedewerker. Op eenentwintigjarige leeftijd kwam ik als zesde op de lijst, maar we wonnen bij die verkiezingen slechts vijf zetels. Ik had echter een extreem intensieve campagne gevoerd onder jongeren, waarbij ik VVD-condooms uitdeelde, tijdens carnaval flyerde met een paar dames en andere jongerenacties had opgezet. Daardoor kwam ik met voorkeurstemmen in 2014 toch in de raad. Dat deed ik vier jaar en in die periode werd ik fractievoorzitter en lijsttrekker, om vervolgens wethouder te worden. Bij de daaropvolgende verkiezingen was ik vijfentwintig en ik ben toen goed na gaan denken of ik mezelf klaar vond voor wethouderschap. Na veel overleg met andere jonge wethouders besloot ik dat ik het wilde doen als wij als partij de grootste zouden worden en twee wethouders zouden leveren. Dat gebeurde, we werden voor het eerst de grootste en haalden zeven zetels. Ik werd tweede wethouder en dat maakte mij de jongste VVD-wethouder van Nederland. Drie jaar later ben ik de landelijke politiek ingegaan.
We hebben het er nog niet echt over gehad dit interview, maar als je Daan de Kort intikt op Google, gaat het al snel over jouw visuele beperking. Vind je het vervelend dat het hier vaak over gaat?
Het gaat daar inderdaad snel over en toen ik wethouder werd, wilde ik juist niet de portefeuille sociaal domein. Ik snap wel dat mensen dat vragen, maar ik wilde laten zien dat ik meer ben dan mijn handicap en dat ik ook op andere thema’s dingen voor elkaar boks. Ik werd uiteindelijk wethouder Economische Zaken, Sport en Onderwijs. Met een bedrijf als ASML moet je ook écht wel iets doen als wethouder Economische Zaken. Lachend: Dan zat ik met de wethouder van Amsterdam aan tafel en zei ik: “Amsterdam kan wel interessant doen, maar wij hebben toch grotere bedrijven dan jullie.” Ik heb daarnaast in de binnenstad gratis parkeren ingevoerd. Overal in het land werd het autoluw, wij stimuleerden de auto juist en roeiden tegen de stroom op.
“Ik wilde laten zien dat ik meer ben dan mijn handicap en dat ik ook op andere thema’s dingen voor elkaar boks.”
Momenteel heb ik wel weer de portefeuille sociaal domein. Ik heb me eigenlijk laten overtuigen door Bente (Becker – red.) en Sophie (Hermans – red.) en ben die portefeuille eigenlijk steeds meer gaan waarderen. Ik had een werkbezoek in Den Bosch en daar waren twee bijna blinde jonge mensen die specifiek mij wilden spreken. Die waren speciaal voor mij eerder teruggekomen van vakantie. Dat maakte indruk op me. Ik besefte toen dat iedere oud-wethouder iets kan doen op een portefeuille als binnenlandse zaken, maar voor deze portefeuille kan ik voor die doelgroep juist iets extra betekenen en uit ervaring spreken.
Het is bijzonder hoe jij je niet uit het veld hebt laten slaan. Hoe ben jij omgegaan met een nieuwe realiteit, waarin je te maken kreeg met die enorme zichtvermindering?
Ik heb gelukkig een hele fijne omgeving van familie en vrienden gehad. Op hen kon ik terugvallen. Dat heb je wel nodig, want anders kun je die knop nooit omzetten. Ik realiseer me dat niet iedereen dat heeft, en daarom ben ik de politiek in gegaan. Iemand die start vanuit een ander milieu dan ik, moet dezelfde kansen krijgen, kunnen studeren en zijn of haar dromen kunnen waarmaken. De VVD is dé partij om dat te verbeteren. Wij gaan niet uit van een zorgvraag, maar gaan uit van talenten.
Jouw plotselinge beperking was aanleiding voor je politieke ambitie. Was jij vóór je beperking ook politiek geëngageerd?
Het vlammetje zat er altijd al, maar door die gebeurtenis is dat een steekvlam geworden. Als ik ergens niet tegen kan, is het wel als mensen zeggen dat ik iets niet kan. Dat gebeurde toen vaak, en ik voelde in die tijd de behoefte te laten zien dat ik veel meer kan dan iedereen zei. In die periode veranderde politieke interesse ook in een duidelijke voorkeur voor liberalisme.