25 augustus 2023
Leestijd: ca. 5 minuten
Auteur: Megan Vermeulen
Het is wat rumoerig in de winkel. Een aantal klanten probeert bij de zelfscankassa’s af te rekenen. Van achter de informatiebalie observeer ik enkele klanten. Mijn collega is op hetzelfde moment de stelling met bloemen en plantjes aan het vullen. Terwijl ik in mijn eigen gedachten verzonken raak, komt er iemand bij de balie staan. ‘Mag ik wat vragen?’ klinkt het door de supermarkt. Ik richt mij tot de klant. Er staat een wat oudere dame voor me met een boekje, dit blijkt haar agenda te zijn. Ze vraagt mij met haar mee te kijken en beweert een afspraak te hebben met een van de medewerkers. Tot mijn verbazing herken ik de naam niet, en probeer ik de vrouw uit te leggen dat het hier om een misverstand moet gaan. Nadat ik haar heb verteld dat ik haar niet verder kan helpen, wordt ze boos en onrustig. Mijn collega komt erbij staan en fluistert mij in het oor dat ‘de vrouw wel verward zal zijn.’ We besluiten haar verder met rust te laten.
In de periode die ik als kassière bij de Albert Heijn heb gewerkt heeft deze situatie zich in enkele maanden meermaals voorgedaan. Iedere keer kwam de vrouw met hetzelfde verhaal; de agenda werd erbij gepakt want ze zou toch echt een afspraak hebben met iemand waarvan de naam onbekend was binnen het bedrijf. Als supermarktmedewerker kon ik weinig voor haar betekenen, maar in onze samenleving zijn politieagenten en zorgpersoneel dit soort verwarde mensen blijkbaar ook niet tot dienst.
‘Verwarde mensen’, het is een label dat op een steeds bredere groep mensen in de samenleving wordt geplakt. Het gaat niet langer enkel om psychiatrische patiënten, drank- en drugsverslaafden, maar ook om mensen met een verstandelijke beperking, mensen met dementie, mensen met een paniekaanval of andere symptomen die tot ‘afwijkend’ gedrag lijken te behoren.
Alhoewel het overgrote deel van de verwarde personen geen gevaar voor de samenleving vormt, zijn er ook voldoende voorbeelden van gevallen waar het wel mis is gegaan. Zo werd oud-minister Els Borst in 2014 dood aangetroffen in haar woning. Pas een jaar later werd de dader opgepakt, nadat hij ook zijn eigen zus had neergestoken met een mes. Naar aanleiding van dit bekende incident heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar eventuele weeffouten in het overheidssysteem. Al snel bleken bezuinigingen in de zorg de boosdoener te zijn. Niet geheel onbegrijpelijk; hoe kan je nou met minder geld en minder middelen méér veiligheid bieden?
Gelukkig nam het kabinet haar verantwoordelijkheid door de bevolking te beloven dit in de toekomst beter aan te pakken. Zo zijn er in 2020 twee wetten aangenomen die de samenwerking tussen politie, justitie, gemeenten en de geestelijke gezondheidszorg zouden moeten verbeteren. Of de samenwerking daadwerkelijk verbetert, is tot nu toe nog niet gebleken. De voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Psychiatrie, Elnathan Prinsen, ziet de politie als een gesloten hiërarchisch systeem dat zich onvoldoende openstelt naar de andere betrokken partijen. ‘Het wordt tijd dat ze ook anderen betrekken bij de evaluatie van incidenten, we moeten dit met zijn allen doen’, aldus de voorzitter.
Als je het aan mij vraagt, zijn het mooie woorden van de voorzitter, maar dat strookt niet met de werkelijkheid. We moeten het helemaal niet met z’n allen doen. Ons huidige zorgstelsel is er namelijk zo op gericht dat je als patiënt zelf om de zorg moet vragen. Zij worden nota bene verantwoordelijk gehouden voor hun eigen problemen.
Dat het zorgsysteem nog steeds faalt, blijkt uit het incident op 17 september 2021. Kenzo K steekt op die datum twee mensen in het appartement van zijn onderbuurvrouw dood. Dat de dader enkele weken ervoor een zelfmoordpoging heeft gedaan was bij de politie bekend. Net als het feit dat de man over verschillende wapens beschikte. Dat, in combinatie met het drugsgebruik van Kenzo K, was onvoldoende reden voor de politie om de man – in de weken voor het incident – aan te houden.
Het aantal incidenten met verwarde personen is in de afgelopen jaren toegenomen. ‘Het verhaal achter deze cijfers vraagt lang niet altijd om onze bemoeienis. Voor deze mensen is de juiste hulp het belangrijkst’, vertelt politiechef Martin Siltalsing in een persbericht. Met de juiste hulp duidt Siltalsing op de ondersteuning van sociale problemen als schulden, werkloosheid, eenzaamheid of dakloosheid. Verwarde personen kampen namelijk met meer problemen dan enkel psychische klachten. En exact hier houdt de verantwoordelijkheid van de GGZ en de politie op. Uiteindelijk moet het individu zelf de hand op steken naarmate het naar zorg verlangt, als we de politieke wind van de afgelopen jaren moeten geloven.
Onder kabinet-Balkenende IV werd in 2008 het verplichte eigen risico ingevoerd, wat ertoe heeft geleid dat de drempel om hulp te vragen of te accepteren hoger is gaan liggen. Mensen moeten er ten slotte nu zelf voor gaan betalen. En ook de decentralisatie van de zorg onder kabinet-Rutte II heeft het stelsel weinig goeds gedaan; lokale overheden werden verantwoordelijk gesteld voor de organisatie van de zorg. Maar in een recente Tweede Kamerbrief stelde de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, Conny Helder, dat het juist de verzekeraars zijn die verantwoordelijk worden gehouden voor het voldoende inkopen van zorg. Of het nu om capaciteitsproblemen te doen is of om de al maar falende samenwerking tussen betrokken partijen, één ding is duidelijk; de overheid doet mee met het spelletje ‘vinger wijzen naar de ander’.
Dat het in 2021 volledig mis ging met Kenzo K zou aan niemand te wijten zijn, als we het onderzoeksrapport van de zaak moeten geloven. Je zou volgens de onderzoekers niet ‘achteraf mogen beoordelen’. Ik vind dat vreemd. In mijn studie bestuurskunde heb ik namelijk geleerd dat beleid een aantal fasen doorloopt. Evalueren is hier een van. Dus is het niet juist cruciaal om het overheidshandelen achteraf te beoordelen?
De politie is niet verantwoordelijk, noch de GGZ, noch de minister. Door de verantwoordelijkheid op zorginstellingen af te schuiven maakt Helder zich er wat mij betreft wel heel makkelijk van af. Het lijkt wel alsof partijen bang zijn elkaar te vertellen wie voor wat verantwoordelijk is. En dit kernprobleem heerst al jaren. Vanuit het liberale standpunt dat eenieder verantwoordelijkheid dient te nemen voor zijn of haar handelen pleit ik voor een overheid die verantwoordelijkheid neemt voor haar fouten, en dit erkent. Een overheid die niet alleen zichzelf een spiegel voorhoudt, maar ook zorg draagt voor de mensen die dit nodig hebben.
Uiteraard geloof ik in de zelfredzaamheid van burgers, en ben ik geen pleitbezorger van de verzorgingsstaat of dergelijke ‘bemoeizorg’, zoals je dit veel in de media hoort terugkomen. Als het aankomt op ons zorgsysteem, wordt van patiënten verwacht zelf om zorg te vragen wanneer zij problemen hebben en niet in staat zijn dit zelf op te lossen. Zolang er niet aan de bel wordt getrokken door deze mensen, zullen zij niet alleen zichzelf tot last zijn maar ook hun omgeving. En dit is het punt waar ik mij om bekommer. Als liberaal ben ik een groot voorstander van vrijheid voor het individu. Maar vergeet niet; waar jouw vrijheid begint, eindigt die van een ander. We kunnen dus wat mij betreft niet langer verwachten dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen problemen.
Ik ben geen voorstander van een grote overheid, maar een sterke overheid. En sterk betekent in mijn opinie ‘verantwoord’. Keuzes in het beleidsveld of de politiek moeten weloverwogen zijn en als het blijkt dat zaken niet werken, moet er dus van koers veranderd worden. Dat er onder kabinet-Balkenende en Rutte verkeerde keuzes zijn gemaakt is wat mij betreft geen discussiepunt. Fouten maken mag, maar daar moet wel van geleerd worden. Neem als overheid je verantwoordelijkheid en erken je fouten. En neem dat extra stukje verantwoordelijkheid, en draag zorg voor de mensen die het nodig hebben.