Hèt verhaal van de Driemaster

14 juli 2023

Leestijd: ca. 9 minuten

Auteur: Gijs Eggenkamp

Vorige maand bestond de JOVD 74 jaar, bijna driekwart eeuw. Deze zomer haalt het verenigingsblad diezelfde leeftijd, nog net geen lustrumjaar. Hoe en waarom de Driemaster bestaat, dat weten we maar een klein beetje, dus het is tijd voor een bondige reconstructie van de bloemrijke geschiedenis met grote namen: Jort Kelder, Hans Wiegel en Jan van Zanen: ‘Ik was redacteur van een destijds onbenullig blaadje, en we hoorden tegen te spreken.’

Het begin van het begin

In februari 1949 is de Jongerenorganisatie voor Vrijheid en Democratie opgericht te Den Haag, en nog geen vier maanden later volgde daaruit het verenigingsblad: de Driemaster. Het ‘soms zelfs luchthartige’ blad moet ervoor zorgen dat jongeren niet ‘met oogklappen door het leven gaan’, lezen de eerste alinea’s van de eerste editie. 

Er volgen zinnen ter duiding van het doel van de JOVD, en haar verenigingsblad: ‘De strijd om het bestaan kan men niet ontvluchten. Daarom willen wij de jongeren opwekken zich te bezinnen op hun toekomstige taak en houding in de maatschappij.’ Waar ons geleerd wordt dat de JOVD staat voor vrijheid, verantwoordelijkheid en rechtvaardigheid, zegt dit nummer waarde te zien in vrijheid, menselijkheid en rechtvaardigheid. ‘Immers, wat heeft men aan een “verzekerd” bestaan, indien men gedwongen zou worden in slavernij te leven? Wat is onze opleiding en studie waard – hoe deze dan ook gericht moge zijn – als wij jongeren gedwongen zouden worden ons als een kuddedier te gedragen?’

De inleiding wordt afgesloten met de zin ‘Welaan, de JOVD kiest bovenal menselijkheid!’, maar kort daarna volgen nog meer krachtige zinnen ter duiding van de idealen en achtergrond van de organisatie: ‘De JOVD doet een ernstig beroep op allen die zich van hun verantwoordelijkheid bewust zijn.’ Maar daarbij is de importantie van de JOVD nog niet voldoende bewezen, acht de redactie. Vrijwel de gehele eerste editie gaat daarover.

Op de voorpagina pronkt eveneens een kader over de naam waar dit blad de daaropvolgende eeuw mee te maken krijgt: 


‘Het anker is los, de Driemaster vaart. Alle hens is aan dek en de wind blaast vol in de zeilen. Wij hebben zee gekozen en de stemming aan boord is opperbest. Ieder kent zijn plaats en zijn plicht, want er is nog veel werk te verzetten. Zeker, de trossen zijn door ongeduldige handen losgesmeten, maar dit betekent nog niet dat er voor de bemanning een periode van rust of zelfgenoegzaamheid is aangebroken. Integendeel. Alle zeilen zullen moeten worden bijgezet om deze vaart tot een behouden te maken. Hiervan is de gehele bemanning zich ten volle bewust. Veel wat aan boord voor de eerste reis nog provisorisch werd opgezet, zal nog definitief moeten worden georganiseerd. Ervaring zal ook voor de bemanning van dit schip de beste leermeesteres zijn. Welaan, nu allen de handen uit de mouwen en onversaagd aan de arbeid. De toekomst is niet aan de stuurlui die aan wal staan, maar aan ons en ons alleen, want wij varen! Daarom Driemaster: Een behouden vaart! Opdat Jong Nederland uw koers met warme belangstelling moge volgen!’

De eerste voorzitter van de vereniging – die overigens na een halfjaar vertrok – verwoordt de recalcitrante houding van genoemden in de allereerste editie: ‘Wij zullen vol critiek, maar dan in opbouwende zin, onze samenleving onder de loupe nemen, en de strijd aanbinden met al datgene dat onjuist is en in strijd met onze idealen.’

Maar pagina drie gaat over de economische plaats die Duitsland verdient na de oorlog, en vier een reportageverslag is van de feitelijke oprichting van de JOVD, gaat pagina vijf over de rol van de journalistiek: ‘De kunst van het schrijven is niet aan te Ieren. Wel kan zij door oefening op een hoger niveau worden gebracht. Doch nogmaals, hij die zijn gedachten slechts met de grootste moeite op schrift kan stellen, doet beter nimmer in de journalistiek een kans te wagen’, aldus de heer Stempher die in 1954 uiteindekijk hoofdredacteur zal worden.

De eerste editie van de Driemaster telt uiteindelijk zeven pagina’s, waarvan ten minste twee gevuld zijn door (ambachtelijke) reclames. Met een maandelijkse opgave wordt er opgeroepen ‘abboné’s’ te werven en schrijft de laatste editie van 1949 over een prijsvraag het ‘JOVD-embleem’ te ontwerpen: ‘Van ieder lid wordt verwacht, dat hij hieraan zijn medewerking zal verlenen. Ontwerpen en voorstellen kunnen tot 15 Januari 1950 worden gezonden.’

Roaring sixties

Van ’52 tot ’56 was Hein Roethof landelijk voorzitter van de JOVD en hij werd uiteindelijk lid van de PvdA. Voor die partij komt hij uiteindelijk ook in de Kamer terecht. ‘Hij woonde bij mij in de straat’, zegt Van Zanen. ‘Altijd als er een bijeenkomst was, van Rottumerberaad bijvoorbeeld (Vereniging van hoofdbestuursleden van de JOVD), nam ik Hein Roethof mee!’ 

In de jaren die volgen zal de JOVD explosief groeien met in 1949 net meer dan twintig afdelingen, tot een hoogtepunt van meer dan tachtig later in de eeuw, vertelt Jan van Zanen als hem daarnaar gevraagd wordt. ‘Ik was een redacteur van een destijds onbenullig blaadje, en we hoorden tegen te spreken. Tegen de VVD, maar ook de JOVD! Maar we waren ook een soort propaganda: we hebben het jarenlang over Plan 2000 gehad.’

Waar de Driemaster in 1962 nog onder andere geschreven werd door Ed Nijpels – toen nog Nypels – en Hans Wiegel, gaat die bijvoorbeeld over de welbekende Mammoetwet, die eenieder onderwijs moest bieden. Het is de wet die van de hbs havo maakte en atheneum deed bestaan. Later zien we deze wet opnieuw gereflecteerd worden. ‘Je ziet dat de puntjes van de J.O.V.D. hier voor het eerst verdwijnen’, zegt Van Zanen als we hem het document laten zien. ‘In het artikel over studietoeslagen van Wiegel wordt zelfs Karl Marx gequote.’ Daarnaast wordt de rubriek ‘Marginalia’ geïntroduceerd waar JOVD’ers kunnen reageren en brieven kunnen inzenden. 

Als de jaartelling 1964 nadert, is de Driemaster inmiddels doorgegroeid naar veertien pagina’s – nog steeds maandelijks verschenen, met evengoed drie pagina’s aan reclame – en wordt er geen woord gewijd aan de moord van Kennedy. Anderszins spreekt de redactie steevast en al twee decennia over hetzelfde Plan 2000, dat niet zozeer over je jaartelling mag gaan, als wel het geambieerde ledenaantal begrijpen we uit de woorden van Wiegel. De puntjes tussen de letters zijn onder zijn pen wedergekeerd.

‘Als redacteur interviewde ik ergens in de jaren zeventig Haya van Someren, de eerste vrouwelijke voorzitter van de VVD. Zij kwam ook in de Eerste en Tweede Kamer en is echt een voorbeeld voor mij’, legt Van Zanen nog uit. ‘Maar er zaten altijd al gekke, onafhankelijke mensen in de redactie die dát leuk vinden. De Driemaster is een leerschool zoals de JOVD dat ook is.’

De lijn van het bestuur was niet altijd te lezen in de Driemaster, noch die van de leden. Van Zanen: ‘Waarom staat er maar een klein stukje over de contributie-inning, maar een heel artikel over Zuid-Afrika? Dat waren de vragen van het bestuur. Zoals alle JOVD’ers zoals jij en ik een beetje zijn: allemaal een beetje té grote denkers, uit de hoogte van idealen. Maar wij moeten tegenspreken.’ We zien door de decennia heen frictie tussen het bestuur en de redactie ontstaan, leggen ook andere hoofdredacteuren met trots uit.

 Ruttiaanse rommel

’In ’82 schreef Van Zanen samen met Jules Maarten een klein pamflet: ‘Crisis in Neêrlands gezelligste ideologie’. We hadden Lubbers I (CDA en VVD) gehad, en VVD verloor toen tien zetels. En we waren blij, want we hadden de meerderheid alsnog behouden. Daar had Kelder het over’, legt Van Zanen uit. ‘De JOVD en de Driemaster werkten, vooral die ‘tegenmening’ van jongeren, zoals Jort dan kon verwoorden.’

Van 1982 tot 1985 is Antoin Scholten vicevoorzitter van de JOVD, een goede vriend van Van Zanen. Inmiddels is hij burgemeester van Venlo. ‘Die spreek ik nog met plezier, met grote regelmaat. En daar gaat de JOVD ook om.’ Toen Van Zanen nog in de Utrechtse Jan van Scorelstraat woonde, nabij het Wilhelminapark, is hij eens door de vijf jaar jongere Jort Kelder geïnterviewd over zijn korte studie in de VS. ‘Jort was toen heel kritisch omdat ik in het hoofdbestuur heb gezeten, maar nu zijn we echt goede vrienden en dat zie ik steeds terug bij de JOVD; vrienden worden!’

‘Daar zegt Van Zanen wel leuke dingen’, vertelt Walter Römelingh, ‘Hij had gewoon een oogje op een redactiegenoot!’ Römelingh is nu gerenommeerd strafrechtadvocaat en vertelt meer over zijn Hoofdredacteurschap bij de Driemaster in de jaren tachtig en negentig: ‘Als verenigingsblaadje loop je altijd achter het nieuws aan, dus daarom werd er niet écht geschreven over Kennedy of het kernraket nee-comité.’ 

Weer later, als Ruttes bestuur nadert in 1989 zijn de puntjes tussen de letter JOVD opnieuw verdwenen. Er wordt geen woord besteed aan de val van de muur in een negentien pagina’s dikke Driemaster. Ed Nijpels komt opnieuw aan het woord in een interview van Jeroen Princen en Jort Kelder: ‘Aandacht is maar vijf seconden leuk.’ Nijpels is op dat moment minister van de VROM, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu. In hetzelfde blaadje duidt Rutte de geschiedenis van de Driemaster in nog geen tweehonderd woorden en wordt de komst van de Euromast gevierd. En ja, de landelijke penningmeester wijdt woorden van lof aan het antwoordapparaat, iets wat men nu een voicemail noemt. We lezen ook artikelen over achterkamertjespolitiek, al in datzelfde jaar.

‘De val van de muur bewoog ons wel’, vertelt Römelingh. ‘Op een congresje in Amersfoort zaten twee oude mannen mee te luisteren, toen Rutte aankondigde dat een Amerikaanse ambassadeur langs zou komen. De pizzabakker kwam om democratie en vrijheid te representeren in een getekend continent. Zonder de Val had dat niet gekund.’ De Driemaster haalde ook landelijke media-aandacht in de tijd, vertelt Römelingh. Van Zanen bevestigt: ‘Jort schreef over de inmiddels omstreden Jos van Reij, toenmalig Tweede Kamerlid. Hij reed regelmatig 180 kilometer per uur, had Jort ontdekt. Maar dat wilde het hoofdbestuur natuurlijk niet gepubliceerd hebben. Volkskrant en NRC gingen ermee aan de haal.’ Römelingh vult aan: ‘En Jort schreef in datzelfde blaadje over Jos’ “Hoeren in de Kamer”, dat haalde zelfs de Privé of Story, volgens mij.’

De suïcidale levensstroming

Na de moord, wijdt de JOVD zowaar woorden aan Pim Fortuyn, maar deze kunnen in herhaling vallen: ‘De Poolse interesse in Fortuyn kwam vooral doordat er in het Poolse parlement de grote populistische partij zitting heeft, PSL’, schrijft Martijn Bruijtens.’Het is zeker belangrijk om PSL met LPF te vergelijken.’ We leren het nooit, lijkt het. In dat jaar wordt de spelling van Pims achternaam overigens voortdurend afgewisseld.

Twee jaar later, in 2004, maken redacteuren sneren over omstreden opiniemakers zoals we dat nu ook zouden doen: ‘Een columnist mag eigenlijk alles, tenzij je Theo van Gogh heet.’ Later in dat jaar wordt er opnieuw over Fortuyn geschreven. Het blad kent dan zo’n 32 zijden, incluis reclame, nieuwsfoto’s en hoofdbestuursbesluiten. Er is ook een ingezonden brief, van de uitgezonden Jeanine Hennis-Plaschaert, vóór een kritisch artikel over ‘onze jongens in Irak’, waar Plaschaert nu het puin mag ruimen.

Hoofdredacteur van dat blad was Michiel Visser’, vertelt meervoudig eindredacteur Egbert Koops. ‘Hij had het aan de stok met het hoofdbestuur omdat hij zich tegenkandidaat stelde. En door de vroege opkomst van techniek, was het aantal lezer al minimaal.’ Het hoofdbestuur poogde vijfduizend leden te halen, maar er waren misschien duizend bladen in omloop, legt Koops uit. ‘Uiteindelijk moesten we onder pseudoniemen werken – zo erg zelfs dat ik niet-bestaande filosofen heb moeten aanhalen. Het werd een beetje een lucht, de Speld.’

In de vierde en een na laatste editie van dat jaar schrijft Dick van het Hof over een samenwerking met een liberale jongerenorganisatie in Oekraïne: ‘Een ander punt is de mentaliteit van de mensen, we hebben geen enkele Oekraïense werknemer kun hen betrappen op een glimlach of het verlenen van service.’ Het lijken cynische woorden in de ogen van de tijd.  Met de kennis van nu is het altijd makkelijk oordelen. ‘Michiel Visser werd even hoofdredacteur en hij maakte uiteindelijk naam met een burgerberaad met Thierry Baudet: een rechtse rakker.’ Je leert heel Nederland kennen, vertelt Koops. ‘Liselotte Verwaayen, dochter van Ben, leerde ik kennen op een megalomaan landhuis voor een feestje, met golfbaan en zwembad. Een beetje Miami Vice-stijl.’ Ben Verwaayen is graag geziene gast bij het World Economic Forum, deels vanwege zijn positie als CEO van dat wat ooit Nokia was.

Naar aanleiding van de verkiezingen van 2008 wordt er over Obama geschreven. ‘Ik houd van mensen met identiteit. Obama heeft dat niet. (…) Hilary was nog dommer, en dan ook de verkeerde opvattingen’, verklaart Bart Jan Spruyt in een interview. De man lieert zich aan Wilders in dat jaar en zegt: ‘Het liberalisme is een suïcidale levenstroming.’ De redactie valt niets te verwijten.

in 2008 was het woord aan Ivo Opstelten: ‘Het is aan de JOVD om dwars te zijn.’ Acht jaar later kende de Driemaster meer dan vijfentwintig pagina’s, maar slechts één editie. En nu ligt dit voor je. Wat er is gebeurd, noemt men geschiedenis. De rest is voor later.  Sommigen van jullie zullen zich allicht de Driemaster, het reilen en zeilen van de politieke ‘journalistiek’, kunnen heugen over de afgelopen jaren. In die jaren wisselde activiteit van hoofdredacteuren, maar we zijn terug. Ik parafraseer: ‘De Driemaster doet een ernstig beroep op allen die zich van hun verantwoordelijkheid bewust zijn.’

Als vanzelfsprekend is geprobeerd ook eerdere hoofdredacteuren te benaderen, maar zoals de tijd reist, vergaan zielen. Wij danken iedereen die een bijdrage leverde aan deze reconstructie en wensen anderen rust. Mocht je de ambitie dragen op enigerwijze in het lijstje met noemenswaardige namen te komen, nodigt de redactie je hartelijk uit te reageren.

Author

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *