9 maart 2023
Leestijd: ca. 4 minuten
Auteur: Sara Ordeman
Ik wil graag kip, patat en appelmoes. Elke dag, toeterde ik. Tot moeders schudde van neen, ‘dat is niet goed voor je’ verkondigde en mij een bord zompige, doorgekookte broccoli met aardappels en een zogeheten vleesje toeschoof.
Heeft mijn moeder nu naar mij geluisterd? Volgens populisten niet, volgens anderen wel. De politiek moet altijd nog de taak op zich nemen om de zompige broccoli toe te schuiven, die weet het (doorgaans) immers beter. Nu denkt u natuurlijk: ja hoor, het volk is het onwetende kind en de politiek de alwetende machthebber – die haalt ook vroeg de gepoetste zwarte laarzen en de rode vlag met de fameuze gekruiste hamer en sikkel uit de kast. Niets is minder waar. Het eeuwenoude communistische idee van een General Will, gebaseerd op het idee van filosoof Rousseau, is door de representatieve democratie al onderuit gehaald. De General Will zou verkondigt worden door een soort superintellect die de heerser beschermt. Schik je als burger niet naar die algemene wil, dan is je geest simpelweg nog niet in de juiste positie gebracht door de verkondiger – gelijk heb je in ieder geval niet. Juist hierom moet de democratie, bestaande uit een landschap aan partijtjes met een eigen generale willetje: de partijlijn, altijd prevaleren (kom ik straks nog op). De minderheid in de partij die het daar niet mee eens is moet zich er maar naar schikken of wieberen; er zijn in het democratisch bestel immers nog tig andere partijen waar men zich aan kan laven. Zelfs de echt grote roeptoeters, de rebellen van deze wereld, hebben nog te maken met een morele General Will (de wet) zodat geen enkele groep zichzelf morele superioriteit kan toekennen – zelfs als je op den duur gelijk blijkt te hebben en jouw moraliteit de algemene wet wordt. Zo liet ook Martin Luther King zich binnen zijn verzet alsnog oppakken.
Dus nu weer even terug naar mijn kip-patat-en-appelmoes-voorbeeld. Het was zelfevident dat ik met mijn zesjarige bolletje naast de door mij zo verlangde maaltijd ook gezond wilde zijn. Maar precies dat ging niet. Omdat ik niet wist wat die kip, patat en appelmoes inname elke dag in mijn lichaam aanricht – ik was daar simpelweg niet mee bezig. Het is dus niet zo dat de politiek beter dan jij weet wat je wil, maar de perken van de praktisatie van die wil kan laten tonen.
“Het is dus niet zo dat de politiek beter dan jij weet wat je wil, maar de perken van de praktisatie van die wil kan laten tonen.”
Je moet als partij niet alles klakkeloos overnemen van je achterban, wat sommige ‘echte vrijheidsstrijders’ nog wel eens luisteren noemen. Luisteren (en dan echt luisteren), kijken en dat meenemen met de kennis van de dossiers is pas echt op en top democratisch (daarbij is het wel van belang dat het percentage dossierkennis dat de burger niet heeft nooit te groot wordt). De representatieve democratie heeft immers een ingebouwd anti-tirannie mechanisme. Getuige de geschiedenis weten we dat er uit directe democratie alleen maar tirannie volgt. De mens heeft altijd al een fantastisch talent gehad om tegen zijn of haar eigen vrijheid te stemmen. Prima als ze dan ook echt zo tyrannisch bestuurd willen worden, eigen keuze, maar achteraf gaan ze natuurlijk weer mekkeren dat hun eigen keuze nu juist is weggevallen. Om mensen echt vrij te houden, moet je vrijheid af en toe opleggen. De democratie moet altijd in stand blijven, ook al zou die ‘democratisch’ worden afgeschaft. Het is altijd al de grote paradox van democratie en het liberalisme geweest.
“De mens heeft altijd al een fantastisch talent gehad om tegen zijn of haar eigen vrijheid te stemmen.”
Dat: ‘er wordt te weinig geluisterd naar de burger’, schei uit. Al die ‘echte burgers’ die iets te zeggen hebben in de media, of zich laten representeren door het populisme, is niet luisteren naar de burger. Ik vroeg Kamerlid Derk Boswijk (CDA) eens, toen hij op bezoek was bij de JOVD, naar het antwoord wat Forum voor Democratie gaf over hun ondermaatse Kamerpresentie. Volgens Forum was Kamerlid zijn een extraatje en moet je vooral tijd wijden aan met je beide benen in de maatschappij staan. Zij staan liever met de beide benen in bv’tjes, dat wist ik ook wel, maar het antwoord an sich vond ik niet gek. Voor mijn gevoel zaten Kamerleden vooral dagenlang weg te kwijnen boven stapels aan papierwerk in Den Haag. Boswijk reageerde dat hij als Kamerlid ongeveer voor de helft, als niet meer dan de helft, van zijn Kamerlidmaatschap op werkbezoek is, het land induikt en luistert naar verhalen van mensen. Zonder pers, zonder popiejopie-praat, maar een echt realistisch gesprek voert met mensen. En dat mag wel vaker benadrukt worden, want dan wordt er echt geluisterd naar de burger.
Het echte politieke werk heeft altijd gezeten in het kijken en luisteren zonder afzwakking van dossierkennis. Dat betekent dus soms vervelende dingen moeten melden. Iets dat ook veel gematigde partijen steeds minder durven te doen in deze complexe en snelle tijden, waarin mensen een steeds kleinere concentratiespanne hebben en het populisme als hongerige krokodil aan het oppervlak drijft om de normaal zo gematigde achterban-zebra’s te pakken. Men volgt nu doorgaans eenmaal wien het onderbuikje vult, terwijl nu juist de vervelende boodschap brengen, het toeschuiven van het bord doorgekookte broccoli, zo nodig is.
“Dat betekent dus soms vervelende dingen moeten melden.”
En toch is populisme soms wel fijn. Even naar de interruptiemicrofoon kuieren en een burgerlijke zorg uitspreken in de Kamer in gewone taal, zorgt in wezen alleen maar voor hogere kijkcijfers voor NPO politiek. En wie kan daar nu tegen zijn? Het wordt gevaarlijk wanneer er een marktmechanisme achter schuil gaat, zoals de kwaadaardige FvD-uitzaaiingen. Des te beter dat populisten in de Kamer zich uitspreken wanneer de kwetsbaren voor die kwaadaardige uitzaaiingen ertoe verleidt worden daarop te acteren. Zoals Caroline van der Plas deed op Twitter na de fakkelbrigade bij Sigrid Kaag. Zo kan populisme nog een lastig pakkie-an zijn; Van der Plas en Wilders hebben achter de coulissen tranen met tuiten moeten lachen om de theatraal populistische pogingen van sommige partijen in deze verkiezingstijd. Jullie bakken er niets van! En maar beter ook, want godzijdank, uw mening doet er niet zó veel toe.